Feromoon tegen de kniptor in aardappelen (koperworm)

Behandeling tegen de kniptor (koperworm) in aardappelen, sla en uitplantingen van zaailingen.

De volwassen kevers overwinteren in de grond. Zodra de vrouwelijke kever in de lente bevrucht is, legt ze haar eitjes in de grond. De draadvormige larve (“koperworm”) wordt na 2 tot 4 weken geboren. Ze verplaatst zich in de grond om zich te voeden met plantenwortels die ze aanvreet en doorboort.

De ontwikkelingscyclus van de koperworm is erg lang en varieert van 1 tot 5 jaar naar gelang van de soort: 1 jaar voor de Sordidus, 3 tot 5 jaar voor de Sputator, Lineatus en Obscurus. Al die tijd blijft de worm begraven in de grond waarin hij zich verplaatst op zoek naar voedsel. Bijgevolg kan men in de grond wormen van verschillende groottes vinden (van 2 tot 25 mm) die overeenstemmen met de verschillende ontwikkelingsstadia.

Gedurende het laatste jaar transformeert de worm zich tot een pop in een kokertje uit aarde. De volwassen kever wordt een maand later gevormd maar zal de grond pas in het volgend voorjaar verlaten.

Het principe van de behandeling bestaat erin, het specifiek hormoon van het wijfje te gebruiken om het mannetje aan te lokken en te vangen en zodoende de paring en het leggen van de eitjes waaruit de larven zullen geboren worden te verhinderen.

Het feromoon wordt gebruikt met een val. De val + feromoon wordt opgesteld vanaf maart.

In een blisterverpakking die twee individuele feromooncapsules bevat, verpakt in een hermetisch zakje.

De feromoonzakjes dienen koud bewaard te worden (koelkast of diepvries).
De feromooncapsule moet onmiddellijk na het openen van het zakje gebruikt worden. De capsule wordt in het mandje (feromoondispenser) van de feromoonval geplaatst. Het geheel val + feromoon wordt dan in de buurt van de groenten geplaatst die men wenst te beschermen.